Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [33]Zo weet de Heere de godzaligen uit [34]de verzoeking te verlossen, en [35]de onrechtvaardigen te bewaren tot den dag [36]des oordeels, [37]om gestraft te worden; 33. Dat is, wil en kan; gelijk hij ook dikwijls getoond heeft. 34. Dat is, de verdrukking, waardoor zij van God verzocht en beproefd worden; zie Jak.1:2; 1 Petr.1:6. 35. Namelijk die zodanig zijn en blijven zonder zich te bekeren van hun onrechtvaardigheid. Zie Ezech.18:21. 36. Dat is, van het laatste oordeel, waarin zij overgegeven zullen worden om beide naar ziel en lichaam eeuwiglijk gestraft te worden. 37. Of gestraft wordende; namelijk nu reeds naar de ziel.